Seghwaert is de vierde wijk en eigenlijk zou dit de laatste wijk zijn die in Zoetermeer gebouwd zou worden, na Palenstein/Driemanspolder, Meerzicht en Buytenwegh de Leyens. In juni 1976 ging in Seghwaert de schop de grond in. De bebouwing van de wijk leek veel op die van Buytenwegh de Leyens die twee jaar daarvoor was gebouwd. Zeventig procent laagbouw en de rest gestapelde laagbouw (meerdere woningen op elkaar in drie of vier bouwlagen). Hoogbouw vind je in Seghwaert nergens. Net als in Buytenwegh de Leyens kregen bewoners veel inspraak bij de ontwikkeling van Seghwaert. Het Projectteam Seghwaert dat de wijk ontwierp, stond open voor de wensen van de bevolking. In die jaren kwamen inspraak en medezeggenschap steeds meer op.
Nieuwe Truttigheid
De wijk moest een beschut woon- en leefklimaat bieden. De gemeente wilde hier intimiteit, levendigheid, woonerven en korte loopafstanden naar winkels, openbaar vervoer en groenvoorzieningen. Het autoverkeer moest ingeperkt worden om ruimte te bieden aan het openbaar vervoer, de fietser en de voetganger. Deze manier van stedenbouw werd in die tijd de Nieuwe Truttigheid genoemd. Niet alleen de vele typen woningen zorgen voor afwisseling, ook het gebruik van kleuren en materialen. In die tijd probeerde men bijvoorbeeld houtskeletbouw uit. Dat is een bouwmethode waarbij alle dragende delen boven de fundering – zoals muren, vloeren en daken – van hout zijn. Seghwaert is de tegenpool van de wijken Palenstein en Driemanspolder. In deze uitbreidingen van Zoetermeer uit de jaren zestig zie je vooral veel anonieme flats.
Integratie
In Seghwaert wilde men het oude polderlandschap (van de Palensteinse polder die in 1759 werd drooggemalen) met de nieuwe bebouwing samenvoegen. De straten en huizenblokken zijn aangelegd in de richting van de vroegere kavels. Bij de ruime aanleg van groen zijn veel planten en bomen gebruikt die ook in de polder voorkomen. In het verlengde van die integratie ligt ook de keuze voor de straatnamen; die zijn vernoemd naar landbouwproducten, vogels, vruchtbomen, insecten, vissen, planten en bloemen.
Versobering
Seghwaert vormt in de ontwikkeling van kleinschaligheid, knusheid en ‘klein woongeluk’ het hoogtepunt, maar tegelijkertijd ook het einde. Er kwam steeds meer kritiek op deze manier van bouwen, die duur was door de enorme afwisseling. Men vond dat de ‘overdaad’ in de woningbouw maar eens afgelopen moest zijn. Dit had ook te maken met de verslechterde economische situatie in de tweede helft van de jaren zeventig. Architectonische versobering en verstrakking zijn al te zien in de laatst gebouwde buurten in De Leyens en Seghwaert. In de wijken Rokkeveen en Noordhove werd dat verder doorgevoerd.
Naamgeving
De naam Segwaert komt van de voormalige gemeente Zegwaart. Die is in 1935 met Zoetermeer samengevoegd. De ouderwetse spelling lijkt verzonnen maar dat is niet zo. In de zeventiende eeuw heette het oostelijk deel van de huidige gemeente Zoetermeer Seg(h)waert en de polder ten noorden hiervan de Seg(h)waertse polder. Dit werd later de Palensteinse polder. De oudste vermelding van Zegwaart dateert uit 1281.
Meer informatie:
Boeken en tijdschriften
- Van Geest, J (Joosje)., Panman, M. (Margriet), Van der Burg, A. (Arjen) en Hermans, W. (Willem) (reds.). (2023). Wijkbiografie Post 45: 6. Seghwaert. Gemeente Zoetermeer.
- Winsen, M. (Marcel), Goutier, R. Ralph (red.) en Koopmans, B. (Botine) (red.) (2002). De gave stad: Seghwaert. Gemeente Zoetermeer.