Zoetermeer heeft twee gescheiden watersystemen. Al vanaf het ontstaan van de twee dorpen Zoetermeer en Zegwaart gaat in het westelijke deel het overtollige water naar de Noord-Aa en vandaar naar de Oude Rijn en de Vliet. Het oostelijke deel watert al zo een 650 jaar uit op de Rotte. Het eerste gebied valt onder het hoogheemraadschap Rijnland, de tweede onder Schieland. Als grens fungeerde de zogeheten Landscheiding. Dat was een dijk vanaf Wassenaar tot Waddinxveen, die voorkwam dat het hogere waterniveau van Rijnland naar Schieland stroomde en daar overlast zou veroorzaken.
In de 14de eeuw was er in het zuidoostelijke deel van Zoetermeer-Zegwaart een gebied dat steeds meer moeite had om uit te wateren op de Oude Rijn. De hele regio had namelijk last van daling van het land, met een mooie term ‘inklinking’ geheten. De grond bestond uit veen, resten van planten, dat bij blootstelling aan lucht/zuurstof langzaam vergaat. Als je water laat wegvloeien door sloten te graven, komt het veen bloot te liggen en verdwijnt. Het maaiveld komt dan lager te liggen. De riviertjes blijven echter even hoog, net als de Oude Rijn, dus het wordt steeds moeilijker het regenwater weg te krijgen. En watermolens bestonden toen nog niet.
En als je helemaal achter in de rij zit om dat water te lozen heb je een dubbel probleem. Achteraan lag het meest zuidoostelijke deel van Rijnland dat nu Binnenwegse Polder heet. Ongeveer het gebied waar tegenwoordig Oosterheem en een deel van het Dorp en Rokkeveen liggen. Dit probleem werd pas opgelost toen de plaatsvervangend graaf van Holland, Albrecht van Beieren, in 1370 toestemming gaf om voortaan af te wateren op Schieland. Omdat de Rotte dichtbij lag, mocht dat op een gegeven moment via gegraven sloten via de Rotte. Vandaar ging het water naar de Maas bij Rotterdam.
In dit speciale gebied in Rijnland dat op Schieland uitwaterde verloor de Landscheiding nu haar betekenis: zij hoefde geen water meer gescheiden te houden. De Landscheiding werd dan ook verwaarloosd en verdween steeds meer uit het landschap. Wel was er nu een nieuwe grens gekomen, namelijk de Zegwaartseweg en de Oostkade. Zij liggen aan de west- en noordoostzijde van de Binnenwegse Polder. Zelfs nu fungeren die nog steeds als waterkeringen tussen de hoogheemraadschappen en mogen niet doorgraven worden.
Met de toestemming van de graaf van Holland waren alle problemen niet opgelost: het land was van Rijnland, het waterde uit op Schieland. Wie mocht er nu belasting heffen in dit gebied? Eeuwenlange onenigheid was het gevolg, totdat pas in 1851 de Binnenwegse Polder officieel bij Schieland kwam.
Meer informatie:
Boeken en tijdschriften
- Vermeulen, T. (Ton). (2000). Vijf meter onder N.A.P. ; water in Zoetermeer. Gemeente Zoetermeer & Historisch Genootschap Oud Soetermeer.
Websites
- Kaarten van de Binnenwegse Polder zijn onder meer op de website van het Hoogheemraadschap Delfland te vinden.