Verder naar inhoud

Na de oorlog keerde burgemeester Vernède terug op zijn post en hing het portret van koningin Wilhelmina weer op de vertrouwde plek aan de muur in het raadhuis van Zoetermeer. Daarmee was alléén de voorzitter van het gemeentebestuur weer aan het werk. Vanaf september 1941 was de gemeenteraad niet meer in officiële vergadering bijeen geweest. Burgemeester en wethouders hadden na die tijd wel doorgewerkt. De eerste dook eind november 1944 onder, de laatsten werden in mei 1945 ontslagen.  

Vernède kreeg eind juli 1945 een brief van de Commissaris der Koningin met het verzoek drie vertrouwensmannen aan te stellen. Twee weken later wist de burgemeester te melden dat hij aan het verzoek had voldaan: J. v. Doornen, J. Kentgens en P. Huijsman waren door hem benoemd. Het lokale bestuur moest weer worden opgebouwd. Een elftal betrouwbare mensen, alleen mannen, vormde vanaf 30 november 1945 de tijdelijke gemeenteraad. Volgens de voorzitter, burgemeester Vernède, hadden zij een zware en verantwoordelijke taak op hun schouders genomen: ‘Gedurende de laatste jaren is ons Vaderland zwaar geteisterd en thans is het de Nederlandsche Volkstaak in een gelukkige en rechtvaardige samenleving mede te werken tot den opbouw (…) Alleen door eendrachtige samenwerking zal het mogelijk zijn dit doel te bereiken. Door de oorlogsomstandigheden zullen zij die vroeger dachten elkanders tegenstander te zijn wel tot elkander zijn gekomen om thans samen te strijden en eendrachtig samen te werken voor hetzelfde doel’. Vervolgens koos de raad uit haar midden twee wethouders, J. Kentgens en J. Lamens. Burgemeester Vernède, die deze saamhorigheid zo voorstond, moet hier later nog vaak aan hebben teruggedacht. Helemaal lekker kon er namelijk nooit worden gewerkt in een gemeentehuis, waar de burgemeester en de gemeentesecretaris elkaar volgens de overlevering met een grote boog ontliepen. In de gemeenteraad kwamen vanaf 1946 de 13 raadsleden uit vijf partijen, waarvan vier op kerkelijke grondslag. Zes raadsleden kwamen uit drie protestante partijen, vier waren katholiek en drie leden vertegenwoordigden de PvdA. De inzichten ten aanzien van het maatschappelijk leven lagen ver uit elkaar en werden vaak star verdedigd. Het past in het plaatje dat maatschappelijk werkster Yolanda Kruls van Zoetermeer schetste.  

In 1953 woonden sommige Zoetermeerders nog in houten noodwoningen (foto: Vrije Volk)
In 1953 woonden sommige Zoetermeerders nog in houten noodwoningen (foto: Vrije Volk)

Op verzoek van het gemeentebestuur maakte zij ten behoeve van het maatschappelijk werk in 1953 een overzicht van de sociale toestand van de gemeente. Ze was in 1922 te Den Haag geboren en in Amsterdam opgegroeid. In haar rapportages schreef ze onder meer over de geestelijke en politieke structuur van het dorp. Als buitenstaander verbaasde ze zich over het versnipperde kerkelijke en levensbeschouwelijke spectrum: ‘de groeperingen schijnen zó tegenover elkaar te staan (…), alsof men (zoals ik het hoorde formuleren) juist vorige week uiteen was gegaan’. Zo stonden ook de politieke groeperingen in de gemeenteraad tegenover elkaar: KVP met vier zetels, CH één, Hervormd Gereformeerde Staatspartij twee, AR 2, Staatkundig Gereformeerde Partij 1, Gemeentebelangen (VVD) één en PvdA twee zetels. Ze constateerde dan ook: ‘Zoetermeer lijkt deels een echte plattelandsgemeente met als typerende elementen een sterk behoudende inslag der bevolking; een stijl en verbeten vaak vasthouden aan de eigen principes, maar ook een krachtige, intense levensovertuiging en een grote kerkelijkheid’. Daarnaast zag ze de invloed van de grote stad en van de industrialisatie die leidde tot het gebrek aan streekeigen elementen en gebruiken, een onderlinge vervreemding, een ongebondenheid die bij de jeugd tot spanningen zou leiden en de neiging tot pronk en luxe.  

In dit spanningsveld werd Zoetermeer bestuurd. Kruls vond de felheid opvallend waarmee men in de verkiezingen voor de gemeenteraad van 1953 elkaar ‘in woord en geschrift te lijf gaat (…). Na de verkiezingen gaat men dan weer kameraadschappelijk met elkaar om’. In het gewone maatschappelijk leven behandelde iedereen elkaar veelal met respect, ondanks de soms grote verschillen in levenswijze en leven. 

Meer informatie: 

Boeken en tijdschriften

Grootveld, R. (Ronald). (2016). Yolanda Kruls 1922-2015’t Seghen Waert, 35(1), Verenigingsnieuws, 2