Zoetermeer en Zegwaart waren zelfstandige dorpen die vanaf 1643 dezelfde ambachtsheer hadden. Het graafschap Holland was vanaf circa 1100 verdeeld in zelfstandige ambtsgebieden of ambachten omdat de graaf niet het gehele gebied persoonlijk kon besturen. Plaatselijk werden gezaghebbers aangesteld, ambachtsheren, die een deel van de rechten van de graaf in leen kregen. De ambachtsheren konden rechten doen gelden op een tiende van de opbrengst van de oogst, visserij- en jachtrechten. Ze benoemden de schout, secretaris en bode maar ook de predikant, de schoolmeester, de kerkmeesters en de turfmeters. Alle schepenen en ambachtsbewaarders, te vergelijken met gemeenteraad en wethouders, werden door hen benoemd.
In 1281 wordt Florens van Brederode genoemd als ambachtsheer van Zegwaart en in 1360 is Dirk III van Brederode ambachtsheer van Zoetermeer. In Zegwaart kwamen de heerlijke rechten in 1321 in handen van de familie Van Egmond. In de periode 1370-1493 zullen zij zich regelmatig in het dorp hebben opgehouden want een jongere broer van de Heer van Egmond bouwde hier het Huis te Palenstein, een voor dorpse begrippen indrukwekkend stenen gebouw met een gracht er omheen. De Zoetermeerse heren, sinds 1432 de Van Swietens en vanaf 1500 de familie Cruesinck, hadden geen vaste verblijfplaats in het dorp. Hun belangen lagen vooral in Leiden, respectievelijk Den Haag. In 1528 won Sandrina van Cruiningen, weduwe van Jacob Cruesinck, een proces tegen Hendrick Jansz, de koster van Zoetermeer, die zij wegens wangedrag wilde ontslaan. Zij stapte naar het Hof van Holland om de rechten van haar zoon, de aankomende ambachtsheer, veilig te stellen.
In 1566 liet Charles van Bourgoigne, man van Johanna van Culemborg, ambachtsvrouwe van Zegwaart, voor achttien gulden eten en drinken aanrukken met de ‘oppersten van den dorpe’ toen alle functionarissen bij hem de eed aflegden. In 1581 werd hij hier in de kerk begraven. Een toename van de belangstelling van de ambachtsheren voor hun dorpen ontstond in 1643, toen Jacob van Wijngaarden, al ambachtsheer van Zoetermeer sinds 1595, de Zegwaartse rechten er bij kocht. Hij woonde met zijn familie voornamelijk op Huize Ter Lips in Voorschoten maar liet het vervallen Palenstein in de Dorpsstraat deels opknappen. Zijn zoon Carel volgde hem in 1651 op. In 1666 schonk hij aan de kerk een luidklok met een diameter van meer dan een meter, met zijn familiewapen. Op 12 maart 1669 luidde deze klok meer dan een uur, toen Carels achternichtje Catharina Sophia van Wijngaarden in Zoetermeer trouwde.
Carels’ achterneef Daniel van Wijngaarden erfde Zoetermeer. Zegwaart ging naar Carels’ schoonzus Everdina Antonia Sloet. Daniel werd door de Staten-Generaal zelfs afgevaardigd als ambassadeur naar de koning van Denemarken. Zijn dochter Catharina Sophia trouwde in 1672 in Zoetermeer met majoor Frederik van Liere, raadsheer bij het Hof van Holland. In Zegwaart is eigenlijk pas in 1750, met de aankoop door de familie Osy, weer sprake van structurele aandacht voor het dorp. In 1741 werd de ambachtsheerlijkheid Zoetermeer voor maar liefst 41.000 gulden verkocht aan Cornelis van Aalst, predikant te Kalslagen. Zijn opvolger kocht het grote huis van de schout aan de Dorpsstraat 1. Zijn Zegwaartse collega Joan Osy financierde de droogmaking van de Palensteinse polder en herbouwde het Huis te Palenstein. Bij zijn overlijden in 1772 liet zijn zoon het wapenschild van zijn vader pontificaal in de Zegwaartse kerk ophangen. Gezamenlijk lieten de ambachtsheren in de Oude Kerk aan de Dorpsstraat boven de speciaal voor hen, en op hun kosten, gemaakte herenbanken hun familiewapens plaatsen. De familie Osy vestigde zich in het begin van de 19e eeuw in de buurt van Luik. Gerardus van Aalst Schouten bleef met zijn vrouw aan de Dorpsstraat 1 wonen en ook zijn nakomelingen zouden daar tot ver in de 19e eeuw resideren.
Meer informatie:
Boeken en tijdschriften
- Grootveld, R. (Ronald), & Vermeulen, T. (Ton) (Red.). (2004). Een kasteel in de Dorpsstraat: Het huis te Palenstein in Zegwaart. Gemeente Zoetermeer & Historisch Genootschap Oud Soetermeer.
- Grootveld, R. (Ronald) & Koopmans, B. (Botine) (Red). (2002). Een klassiek juweel: de Oude Kerk in Zoetermeer. Gemeente Zoetermeer & Historisch Genootschap Oud Soetermeer.