Verder naar inhoud

Rond het nieuwe stadscentrum van Zoetermeer moesten vier wijken komen. Dat stond in het  Structuurplan Zoetermeer van 1968. Na de wijken Palenstein en Driemanspolder moest de derde wijk komen: Driemanspolder-west. Driemanspolder-west? Ja, dat was de werknaam van de wijk die later Meerzicht genoemd zou worden. De naam Meerzicht kwam van een monumentale hoeve die in de periode 1672-1677 aan de Voorweg was gebouwd: Hoeve Meerzicht.

De plannen voor de wijk Meerzicht bestonden al in 1966, maar de wijk is pas tussen 1969 en 1974 gebouwd. Het stedenbouwkundig ontwerp kwam van de Werkgroep Ontwikkeling Zoetermeer. Deze werkgroep bestond uit S.J. van Embden, Rein H. Fledderus en de latere minister W.F. Schut.

De wijk Meerzicht ligt in het westelijke deel van de Driemanspolder (vandaar dat de werknaam eerst Driemanspolder-west was). Ook de oorsprong van deze naam ‘Driemanspolder’ is bekend: die komt van de driekoppige directie die in 1668 de polder drooglegde.

Hoogbouw maar toch liever laagbouw

Meerzicht is ontworpen als een wijk met veel hoogbouw (flats). Al snel na de eerste bebouwing was daar veel kritiek op. Nieuwe bewoners wilden liever in laagbouw wonen. De gemeente luisterde naar de kritiek en veranderde de plannen. Het idee werd geschrapt om de wijk Meerzicht een hoge bebouwingsdichtheid te geven van 50 tot 60 woningen per hectare. Dat doel kon alleen maar bereikt worden met heel veel hoogbouw en dat wilden de mensen niet. Er kwam dus meer laagbouw. Toch werd nog steeds ongeveer 60% van de woningen hoogbouw.

In het eerste plan stond dat de historische Voorweg, die al sinds 1491 bestond, opgeofferd moest worden voor nieuwbouw. Ook dat ging gelukkig niet door. Daardoor bleef een authentiek stukje Zoetermeer voor de stad behouden. Wel is een aantal boerderijen gesloopt voor de bouw van flats.

Anders denken over bebouwing

Het interessante van Meerzicht is de omslag in denken die uit de bebouwing spreekt. Tijdens de bouw van deze wijk veranderden de ideeën over hoogbouw. Al die flats werden gezien als onmenselijke schaalvergroting. Wat belangrijk werd, was de menselijke maat van de laagbouw. Kenmerkend voor Meerzicht is het strakke onderscheid van hoog- en laagbouw. De Meerzichtlaan vormt daartussen een strakke scheidslijn. De hoogbouw is vooral te vinden in het noordwestelijk deel van de wijk. Omdat er tussen de flats veel groen is aangelegd is er een aangename woonomgeving ontstaan. Ook zijn de flats minder eenvormig dan die in de wijken Palenstein en Driemanspolder. Meerzicht is de laatste wijk van Zoetermeer met hoogbouw. De groene uitlopers van het Westerpark verdelen de laagbouw in de wijk in afzonderlijke woonbuurten.

Kenmerken

Voor de structuur van de wijk Meerzicht is gekozen voor een boomstructuur. De Meerzichtlaan is de stam met kleinere wegen als vertakkingen. Deze wegen zijn buurtontsluitingswegen, dus kleinere wegen die toegang geven tot een buurt.

De meest opvallende woningen in Meerzicht zijn de ‘koepelwoningen’ van architect Benno Stegeman. Dit zijn witte woningen van kalkzandsteen met bovenop karakteristieke oranje koepeltjes. Ook de woondekken in de Bergenbuurt-noord vallen op. Hier is sprake van dubbel bodemgebruik: op hetzelfde stuk grond staat niet alleen een woning maar is ook parkeerruimte. De woningen zijn namelijk gebouwd bovenop halfverdiepte parkeergarages. Ook in de wijk Buytenwegh heb je woondekken.

Inmiddels is het wijkcentrum in Meerzicht gesloopt. Daarvoor in de plaats kwamen seniorenwoningen, een gezondheidscentrum en sociaal-culturele voorzieningen. Aan de westkant van Meerzicht ligt het Westerpark. Net als de wijk zelf is dit park op puinstort aangelegd. Met zo’n 200 hectaren vormt dit park het grootste recreatiegebied van Zoetermeer.

 

Karakteristieke oranje koepelwoningen in de wijk Meerzicht.
Karakteristieke oranje koepelwoningen in de wijk Meerzicht (foto: fotograaf: onbekend)

Meer informatie:

Boeken en tijdschriften